Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij greep hem aan, en kuste hem; zij [26]sterkte haar aangezicht, en zeide tot hem: 26. Of, verstijfde; dat is, zij legde de schaamte af, was stout, en deed [gelijk men zegt] een planken aangezicht aan. Vergelijk de aantekening Deut.28:50. Anders: vergaderde.